In de reeks 'Onderzoek in een notendop' presenteren we telkens de resultaten van een recent wetenschappelijk onderzoek dat we interessant vinden. Je vindt telkens kort wat er onderzocht werd, hoe het onderzocht werd en wat de implicaties kunnen zijn voor jou als leerkracht.
In het onderzoek “Generative AI Can Harm Learning” (Bastani ea, 2024) wordt het gebruik van generatieve AI in het onderwijs onder de loep genomen. De onderzoekers hebben gekeken naar de impact van een artificieel intelligente tutor op het leerproces van leerlingen.
Het onderzoek richtte zich op de vraag hoe generatieve AI het leren beïnvloedt, specifiek in wiskundelessen op een middelbare school. De studie onderzocht het gebruik van twee AI-tutors gebaseerd op GPT-4: een standaard versie (GPT Base) en een aangepaste versie die via prompting input kreeg van leerkrachten over de leerstof (GPT Tutor). GPT Tutor was ook getraind om niet zomaar het antwoord te geven, maar om leerlingen aan te zetten om zelf mee te denken en te helpen bij tussenstappen.
Bijna duizend middelbare scholieren namen deel aan een experiment waarbij ze gedurende 15% van hun wiskundecurriculum toegang kregen tot één van de AI-tutors of geen AI-tutor (controlegroep). De leerkrachten gaven eerst les en daarna werd er tijd gemaakt om de leerstof in te oefenen. Tijdens oefensessies konden leerlingen gebruik maken van de AI-tutors om wiskundeproblemen op te lossen, de ene groep van GPT Base, de andere van GPT Tutor. De leerlingen van de controlegroep mochten enkel gebruik maken van hun handboek. Vervolgens werden hun prestaties gemeten tijdens een examen zonder toegang tot enige hulpmiddelen.
Voor leerkrachten betekent dit dat voorzichtigheid geboden is bij het inzetten van generatieve AI in het onderwijs. Hoewel AI het leerproces kan ondersteunen, kan het ook leiden tot een afhankelijkheid die het uiteindelijke leerresultaat schaadt. Dit ligt in lijn met wat we weten over effectieve ondersteuning (of scaffolding): de ondersteuning moet op maat van de leerling zijn, maar is ook tijdelijk. Bij het gebruik van AI loop je het risico dat de ondersteuning niet afgebouwd wordt en leerlingen de vaardigheid nooit zelfstandig leren beheersen.
Je kan de resultaten van het onderzoek ook positiever interpreteren en stellen dat een AI-tutor op lange termijn even goede resultaten levert als een leraar of als docent. En je zou ook kunnen stellen dat een beetje prompting al meteen kan zorgen voor betere resultaten dan geen promting, en dat hierin de sleutel ligt tot het verbeteren van resultaten op langere termijn.
De auteurs van het onderzoek zijn echter stellig in hun conclusie: generatieve AI kan het leren schaden. Hoe het ook zij: er is sowieso voorzichtigheid gebaat bij het inzetten van AI-tutors om leerlingen te ondersteunen. Hoewel het op korte termijn positieve effecten kan hebben, kan te veel vertrouwen op technologie er ook voor zorgen dat leerlingen essentiële vaardigheden niet volledig ontwikkelen.