
De voorbije week mochten we bij ons expertisecentrum een groep internationale bezoekers ontvangen, zowel wetenschappelijk experts als praktijkdeskundigen op vlak van kennisrijke curricula. Onder hen bevonden zich beleidsmakers, onderzoekers en curriculumontwikkelaars uit diverse landen. Een aantal van deze prominente gasten zijn ook mede-auteurs van ons binnenkort te verschijnen boek, Developing Curriculum for Deep Thinking: The Knowledge Revival. Diepgaande inzichten uitwisselen met prominente stemmen als Nuno Crato, John Hattie, Paul A. Kirschner, Alex Pethick, Steve Mastin, Elizabeth Rata, Dylan Wiliam, Nick Gibb en Daniel Muijs was zonder meer een bijzonder verrijkende ervaring. We delen hier graag drie lessen die we leerden over kennis en het curriculum.
De term kennisarmoede — die we voor het eerst hoorden bij Amir Bachrouri en Christel Op de Beeck — beschrijft een kloof die overbrugd kan worden door de sleutelrol van sterk onderwijs optimaal te benutten. De toegang tot kennis in de maatschappij is immers onevenredig verdeeld, maar is wel noodzakelijk om optimaal te kunnen deelnemen aan die maatschappij. Heel wat kinderen kunnen jammer genoeg niet op een kennis- en dus kansrijke thuisomgeving rekenen om die toegang te krijgen, maar de school kan hier wel een cruciale rol in opnemen met het oog op gelijkwaardige onderwijskansen voor álle kinderen. Helaas hebben we de afgelopen decennia tegelijk ook heel wat stemmen gehoord die de rol van kennis meer en meer op de achtergrond plaatsten. E.D. Hirsch, Jr. verwoordde dit probleem treffend als volgt:
"De anti-kennislobby lijkt niet te beseffen dat kinderen van rijke, hoogopgeleide ouders thuis schoolse kennis meekrijgen, terwijl deze kennis kinderen uit armere gezinnen in scholen vaak wordt onthouden—vaak met de beste bedoelingen. Voor wie oprecht streeft naar gelijkwaardige kansen, is een gemeenschappelijk, kennisrijk curriculum de enige oplossing. Het is de enige manier waarop kansarme kinderen hun meer bevoordeelde leeftijdsgenoten kunnen inhalen."
Als we hier spreken over kennis, gaat het niet om een opeenstapeling van losstaande feiten of het afvinken van lijstjes. Het gaat om een solide gemeenschappelijke basis van diepgaande, gelaagde en stevig verstrengelde kennis voor alle kinderen, ook over vakgebieden heen. Die zorgvuldig opgebouwde brede én diepe kennisschema’s zijn niet enkel cruciaal als sterk fundament voor toekomstig leren, maar vormen ook de onmisbare brandstof voor complexe denkvaardigheden als kritisch denken, diep leesbegrip en probleemoplossend vermogen. Denken we maar aan het kunnen doorgronden van concepten als metamorfose, het correct kunnen oplossen van integraalvergelijkingen, maar ook het diepgaand begrijpen van een historische tekst over de Tweede Wereldoorlog en die kritisch kunnen verhouden tot andere teksten en wat je er al eerder over leerde, of het accuraat kunnen verwoorden van gevoelens en gedachten die een kunstwerk bij je oproept. Als we spreken over gemeenschappelijkheid, gaat het ook niet over een one-size-fits-all voor elke leraar, maar een doordachte, sterke gedeelde basis op school voor alle kinderen, zodat de toevalsfactor enigszins ingeperkt wordt en elk kind de toegang krijgt tot waardevolle, diepgaande kennis, ongeacht zijn of haar achtergrond. En daar hebben alle kinderen baat bij.
Een kennisrijk curriculum ontwikkelen vraagt veel meer dan simpelweg een lijst met feiten in een leerplan opnemen. Een dergelijk lijstjescurriculum zouden we eerder een informatiecurriculum noemen. Kennisrijk gaat niet over zoveel mogelijk kennis, maar over stapsgewijs een diepgaand begrip opbouwen van weldoordacht geselecteerde kennis. Wat een curriculum écht kennisrijk maakt, is m.a.w. de samenhang, de specificiteit en de waardering voor kennis.
Samenhang betekent enerzijds dat elk schooljaar voortbouwt op de kennis die in voorgaande jaren is opgedaan. Steve Mastin, mede-oprichter van het Opening Worlds-curriculum, beschreef dit als volgt:
"Een kennisrijk curriculum is een set van beloftes aan de volgende leraar. Het zorgt ervoor dat je weet wat leerlingen al geleerd hebben, zodat je daarop kunt voortbouwen."
Anderzijds worden in een kennisrijk curriculum overkoepelende concepten zoals bijvoorbeeld ‘handel’ ook bewust benaderd vanuit verschillende vakgebieden waarin kinderen er kennis over opbouwen (bv. geschiedenis, aardrijkskunde, …), om zo tot diepgaand begrip te komen.
Dit vereist ook voldoende specificiteit. Als doelen en inhouden te vaag zijn omschreven, weten leraren niet wat er in eerdere jaren behandeld is. Een kennisrijk curriculum vraagt dus om precisie: het maakt duidelijk wat leerlingen al geleerd hebben en nog zullen leren, in welke volgorde, expliciteert ook de verbanden over de vakgebieden heen en licht toe waarom die keuzes gemaakt werden.
Een goed voorbeeld hiervan is het Primary Knowledge Curriculum (PKC) uit het Verenigd Koninkrijk, waarin onderwerpen zorgvuldig worden gestructureerd, zodat basiskennis in eerdere jaren leidt tot een dieper begrip in latere jaren. Bij het bestuderen van overkoepelende concepten, zoals handel, worden de verschillende vakgebieden expliciet met elkaar in verband gebracht. Een belangrijke kanttekening hierbij is echter dat meerdere wegen naar Rome kunnen leiden. Het is een illusie om te denken dat er zoiets bestaat als een unieke en vaste sequentie binnen elk vakgebied om tot leren te komen. Zoals steeds is het principe van de logische volgorde belangrijker dan de volgorde zelf. Er zijn met andere woorden vele, inhoudelijk verschillende, kennisrijke curricula mogelijk die tot diepgaand leren leiden. Ook voor de mate van specificiteit geldt dat het geen doel op zich is, maar een middel om voldoende samenhang te bereiken.
Elizabeth Rata lichtte helder toe waarom het daarbij zo nuttig is om te kijken naar de verschillende vakgebieden waarbinnen kennis wordt opgebouwd. Door de structuur van kennis in een vakgebied te volgen, kan een samenhangend pad worden uitgestippeld waarin kenniselementen zowel terugkeren als uitbreiden in complexiteit. Zo leren bijvoorbeeld jonge kinderen al over de continenten en de oceanen van de wereld om vervolgens via doordachte uitbreiding en verdieping door de jaren heen uiteindelijk in het zesde leerjaar diepgaand en beargumenteerd te kunnen debatteren over de effecten van de klimaatopwarming op de biodiversiteit in de oceanen. Een doordacht curriculum legt dus al vroeg de nodige kennisfundamenten strategisch klaar om goed te kunnen bouwen aan complexe vaardigheden die broodnodig zijn in onze maatschappij.
Steeds meer grootschalige studies benadrukken de positieve impact van systematische en samenhangende kennisopbouw in curricula. Dit bracht Dylan Wiliam tijdens onze gesprekken tot een treffende opmerking:
"Wellicht zou het onderzoeken en repliceren van de impact van kennisrijke curricula een van de hoogste prioriteiten moeten zijn voor zowel onderzoekers als beleidsmakers."
Onderzoeker David Grissmer stelde eerder al dat het – tot voor kort - ongewoon was om de implementatie van kennisrijke curricula als een beleidsmaatregel te beschouwen die de onderwijskwaliteit en gelijkwaardige onderwijskansen verbetert. Dat lijkt nu wereldwijd snel te veranderen, met zowel een heleboel landen als scholengroepen die een heuse kennisbocht hebben ingezet.
Ondanks de veelbelovende resultaten van studies in het buitenland blijven er immers nog vele vragen onbeantwoord. Hoe deze inzichten zich bijvoorbeeld vertalen naar ons Vlaamse basisonderwijs, is nog niet helemaal duidelijk. In veel landen starten met name kleuters bijvoorbeeld later met school, wat directe vergelijkingen bemoeilijkt. De komende twee jaar onderzoeken we daarom de kenmerken van kennisrijke curricula met een specifieke focus op het kleuteronderwijs. Daarnaast voeren we parallel ook pilootprojecten uit om dergelijke curricula te ontwikkelen en te implementeren in verschillende kleuterscholen.
Deze analyses van en reflecties over kennisrijke curricula komen uitvoerig aan bod in ons binnenkort te verschijnen boek, Developing Curriculum for Deep Thinking: The Knowledge Revival, dat vanaf januari gratis te downloaden zal zijn via Springer Nature. Het boek bundelt inzichten van vooraanstaande denkers en praktijkmensen op het gebied van onderwijs, met wetenschappelijk onderbouwde strategieën voor het ontwerpen van curricula die inzetten op gelijkwaardige kansen en excellentie met behulp van een gedeelde kennisbasis.
Of, om met E. D. Hirsch te eindigen: een kennisrijk curriculum is niet zomaar een onderwijskundige strategie; het is een oprecht engagement voor meer rechtvaardigheid en gelijkheid in onze scholen en samenleving.