Gefinancierd door EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Van tot
VLAIO - EFRO
Schuldafbouwtrajecten kunnen lang duren. Daarom benadrukken wetgevende kaders het belang om menswaardig te kunnen leven. Toch reiken diezelfde kaders geen goede richtnorm aan om te bepalen hoeveel leefgeld daarvoor nodig is.
De referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie kunnen hierin een rol spelen. Zij tonen op maat van iedere cliëntsituatie aan hoeveel inkomen vereist is om alle noodzakelijke uitgaven te kunnen doen om een menswaardig leven te kunnen leiden. Daarmee geven de referentiebudgetten ook weer hoeveel budgettaire ruimte er is om schulden af te betalen.
Wanneer mensen kunnen beschikken over een menswaardig leefgeld vergroot de kans dat ze de schuldafbouwtrajecten kunnen volhouden en dat de aanzuiveringsregeling succesvol wordt afgerond. Idealiter zet schuldbemiddeling tegelijkertijd ook in op initiatieven waardoor mensen nadien ook schuldenvrij kunnen blijven.
Dankzij MELISA kunnen schuldbemiddelaars eenvoudig en objectief bepalen hoeveel geld er in een specifieke cliëntsituatie nodig is om alle noodzakelijke kosten te betalen zodat het gezin een menswaardig leven kan leiden. Aan schuldeisers biedt dit een objectief en onderbouwd zicht op de financiële noden van het gezin en de terugbetalingsmogelijkheden. Voor arbeidsrechters bieden de referentiebudgetten een wetenschappelijk onderbouwde toetssteen voor hun controle op aanzuiveringsregelingen en vormen ze een richtnorm om discussies over de hoogte van het leefgeld te beoordelen.
MELISA zorgt er ook voor dat gezinnen grip krijgen op hun budget. In de berekening van het noodzakelijke leefgeld houdt MELISA rekening met sporadische en minder voor de hand liggende uitgavenposten. Hierdoor dagen er minder onverwachte uitgaven op en kan de opgemaakte aanzuiveringsregeling beter worden nageleefd. Dat is uiteindelijk in het belang van de schuldenaar én de schuldeisers. Ten slotte versterkt MELISA de budgetteringsvaardigheden van de betrokkenen doordat het handvatten aanreikt om het budget te beheren en over- en onderbestedingen op te sporen. Zo kunnen cliënten na het beëindigen van de schuldbemiddeling ook schuldenvrij blijven.
Omdat schuldafbouwtrajecten vaak jaren duren, is het belangrijk om cliënten voor te bereiden op het zelfstandig beheren van het volledige inkomen. Daarom laat de tool toe om te bepalen wie welke betalingsverantwoordelijkheid draagt. Deze verantwoordelijkheden kunnen doorheen de procedure worden aangepast zodat de schuldenaar gaandeweg steeds meer betalingsverantwoordelijkheden kan opnemen.
Ambitie van het project
Dit project beoogt de opschaling, aanpassing aan hedendaagse GDPR- en veiligheidsnormen en de afstemming van de huidige MELISA-tool op maat van de gebruiker met het oog op de realisatie van een efficiëntere dienstverlening door advocaat-schuldbemiddelaars, gerechtsdeurwaarders, arbeidsrechters en schuldhulpverleners uit de erkende instellingen voor schuldbemiddeling. Dit creëert winst op verschillende terreinen. Voor de schuldenaar garanderen de referentiebudgetten een menswaardig leven tijdens schuldafbouw en helpt het budgetoverzicht hen om hun budget goed en duurzaam te beheren. Voor de schuldbemiddelaar biedt de tool een objectieve onderbouwing van het noodzakelijke leefgeld, met oog voor sporadische en minder voor de hand liggende uitgaven. Voor de schuldeisers creëert de tool een objectieve onderbouwing van de terugbetalingscapaciteiten. Voor de rechters vormen de referentiebudgetten een wetenschappelijke toetssteen om opgemaakte aanzuiveringsregelingen te beoordelen en een oordeel te vellen over eventuele discussies over de hoogte van het leefgeld.
Anouchka Devreker, Vlaams ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin | Nadia Van Baelen, Orde van de Vlaamse Balies | Manu Verswijvel, Vlaamse Vereniging Advocaten-Schuldbemiddelaars | |
Yves Eyskens, Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders | Pierre Fonteyne, Conferentie van Vlaamse gerechtsdeurwaarders | Gilles Arkens, Kenniscentrum Gerechtsdeurwaarders (SAM-TES) | |
Wietske Van Gils, Steunpunt Mens en Samenleving (SAM) | Peter Hardy, VVSG | prof. dr. Bertel De Groote, Universiteit Gent | |
Christophe Teirlinck en Hanne Van Regemortel, Netwerk tegen Armoede | Bart Cools, advocaat en oprichter www.schuldbemiddeling.be | Ine Van Segbroeck, advocaat-schuldbemiddelaar en bewindvoerder | |
Anja Beliën, advocaat-schuldbemiddelaar | Lieve Vanermen, Katrien Van Riel en Wout Maes, Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout | Melissa Wijnendaele, Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen | |
An Vangompel en Mieke Liesens, Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Hasselt | Ines Appels, Welzijnszorg Kempen | Hilde Versteele, sociale dienst gemeente Beernem | |
Jorn Dobbelaere en Evy Van De Velde, Stad en OCMW Antwerpen | Katty Creytens, Belgisch Netwerk Armoedebestrijding | Tine Callebaut, Home Start Waasland |
Dr. in de sociale wetenschappen. Trekker van de lijn Geld & Gedrag. Geboeid door financiële redzaamheid en budget- en schuldhulpverlening.
Martine studeerde Toegepaste Communicatie en is sinds 2021 coördinator valorisatie bij CEBUD.
Leen behaalde haar diploma in sociologie aan de VUB en is momenteel actief als onderzoeker in projecten gericht op referentiebudgetten en armoedebestrijding.
Master en professioneel bachelor in Sociaal Werk. Onderzoeker in de lijnen ‘Armoede’ en ‘Geld & Gedrag’. Geboeid door menswaardige inkomens, financieel welzijn en het versterken van sociaal werk praktijken.
Kobe behaalde zijn graad van Burgerlijk Ingenieur: Computerwetenschappen aan de KU Leuven in 2016 met grote onderscheiding.
CEBUD’er sinds 2020. Staat klaar voor technische uitdagingen en is een probleemoplossend denker.
Sin Mei studeerde intercultural relations aan Thomas More en werkt sinds 2022 bij CEBUD als onderzoeksmedewerker.