Werkplekleren Graduaat Winkelmanagement

Het werkplekleren is een verplicht onderdeel voor alle graduaatstudenten en omvat een derde van de opleiding. De stagerichtlijnen van de afstudeerrichting of het traject bevatten het doel van de stage evenals het engagement van  alle betrokken partijen: het bedrijf, de hogeschool en de student. Je kan ze hieronder meer in detail bekijken. Volgende afspraken gelden voor alle stages bedrijfsmanagement:

Wat moet je weten over de opbouw?

• De student kiest een stageplaats voor één of twee jaar. Het is dus niet verplicht om twee jaar bij hetzelfde bedrijf stage te lopen.

In het eerste jaar:

• Veertien stagedagen, verspreid over het eerste semester
• dertig stagedagen in het  tweede semester

In het tweede jaar:

• Achtenvijftig opeenvolgende werkdagen tijdens het tweede semester (blokstage) 

Het werkplekleren biedt studenten de kans om hus kennis en vaardigheden toe te passen in een echte werkomgeving die past bij hun opleiding.

Wat verwachten we van een stagebedrijf?

Begeleiding

• Elke student krijgt een bedrijfscoach toegewezen. Deze begeleidt de stagiair dagelijks, geeft constructieve feedback en evalueert de leerdoelen. De bedrijfscoach is bij voorkeur een ervaren retailmanager en/of beschikt minstens over een graduaatdiploma.

Leerkansen op de werkvloer

• De student moet actief kunnen meedraaien en voldoende ruimte krijgen om kennis en ervaring op te doen. Dit betekent ook toegang krijgen tot relevante informatie en processen. 

Inzicht in de organisatie

• In het tweede jaar vragen we om de student minstens één dag kennis te laten maken met het hoofdkantoor, zodat hij of zij inzicht krijgt in de bredere werking van de organisatie.

Realistische werklast

• De stagiair draait mee als als volwaardig medewerker met een werkdag van gemiddeld 7,5 uur.

Regelmatig opvolging

• Vanaf de start is het belangrijk dat de bedrijfscoach tijd vrijmaakt voor regelmatige gesprekken, zodat de leerdoelen kunnen worden behaald.