Koelsystemen werden tot voor kort zoveel mogelijk gemeden bij duurzaam bouwen in Noordwest-Europa, maar ook hier worden de zomers nu erg warm. Dat maakt het moeilijk om enkel met passieve maatregelen comfort te garanderen in de zomer.
Een uitdaging bij het installeren van koelinstallaties is het beperken van de hoeveelheid koelmiddel. Daarnaast moet je rekening houden met bijhorende milieu- en/of veiligheidsrisico’s.
Toch kan de hoeveelheid koelmiddel in verschillende gevallen beperkt worden door centrale koudeproductie en -distributie door indirecte (hydronische). Daardoor kunnen we ook duurzame koelbronnen efficiënt inpassen en kunnen we verwarming- en koelfunctie combineren in distributie en afgiftesystemen. Bijvoorbeeld in oppervlaktesystemen, klimaatbalken, ventilo’s, … Door de flexibiliteit van die hydronische systemen kunnen kosten dalen of kunnen we extra waarde creëren voor bepaalde technieken.
Daarnaast zijn er ook een aantal specifieke onbeantwoorde vragen rond collectieve systemen, zoals:
Er is dus nood aan kennis rond koeling in collectieve gebouwen, en bij uitbreiding bij energienetten. Degelijke richtlijnen voor de correcte selectie en dimensionering zijn er nog niet voor koeling in gebouwen. Dit is dringend, want zowel de koeltechnicus als de verwarmingstechnicus zullen hun kennis moeten verruimen of bundelen om een duurzaam antwoord te kunnen bieden op de stijgende koelvraag in gebouwen.
Binnen dit project ontwikkelen we een code van goede praktijk voor koeling in gebouwen op basis van hydronische systemen.
Aspecten die hierbij verder ook aan bod komen: flexibiliteit, de combinatie verwarming/koeling, vergelijking tussen actieve, passieve en hybride systemen, retrofitting van een verwarmingsinstallatie, …
Praktische toepassing energietechnieken in gebouwen en glastuinbouw. Technisch-economische evaluaties van o.a. warmtenetten, warmtepompen, etc.
Expertise in energietechnieken voor gebouwen. Docent bijscholingen en opleidingen gecertificeerd installateur.