Ga naar de hoofdinhoud

Doelstelling en inhoud

Intelligentie omvat de cognitieve vaardigheid om een zo goed mogelijke oplossing te vinden voor problemen van allerlei aard. Dit maakt van intelligentieonderzoek een onontbeerlijke component in de diagnostiek van schoolse, klinische en (ortho-)pedagogische problemen.

In deze module wordt het Cattell-Horn-Carroll (CHC)-model geïntroduceerd. Dit sterk theoretisch onderbouwd model brengt alle grote domeinen van het intellectueel functioneren in beeld en probeert structuur te geven aan het intelligentiebegrip. Het model vormt de basis voor een gemeenschappelijke taal, zowel tussen professionals als met cliënten. Het laat ook toe om intelligentietests en andere diagnostische instrumenten (o.a. aandachts- en neuropsychologische tests) met elkaar te vergelijken en cognitieve vaardigheden van elkaar te onderscheiden.  

De toepassing van dit model wordt geïllustreerd met uiteenlopende casuïstiek (kansengroepen, hoogbegaafdheid, verstandelijke beperking). Op deze manier ontwikkel je de vaardigheid om testresultaten te interpreteren in het licht van cognitieve clusters (met name de brede cognitieve vaardigheden) en in functie van handelingsgerichte diagnostiek.

Vertrouwd zijn met de belangrijkste kenmerken van kwaliteitsvolle handelingsgerichte diagnostiek, de betekenis van psychometrische kenmerken van een instrument en inhoud van de Wechslerschalen, is een voorwaarde om aansluiting te vinden bij de recente ontwikkelingen die aan bod komen in deze module.

Deze module wordt geëvalueerd aan de hand van een door de deelnemer aangebrachte casus. Enige ervaring met intelligentiemeting en de mogelijkheid om een testafname bij een patiënt te organiseren is derhalve noodzakelijk. 

Deze module wordt in blended vorm aangeboden waarbij theoretische lessen online doorgaan en praktijklessen fysiek op de campus. Aanwezigheid is verplicht bij iedere les. Enkel om gegronde redenen kan men afwezig zijn. Lesopnames worden niet standaard ter beschikking gesteld. 

Overzicht sessies

Sessie 1 | S. Joris | do. 12.10.2023 | 17.30 - 21.00 uur | Online
Het CHC-model en de XBA-benadering

Intelligentieonderzoek is een belangrijk thema in een diagnostisch traject bij kinderen en jongeren. Vele psychometrische modellen en factoranalytische onderzoeken rond intelligentie leidden uiteindelijk tot het CHC-model. Dit model is gebaseerd op Cattell's indeling van de intelligentie in gekristalliseerde versus fluïde cognitie. De verdere uitwerking gebeurde door Horn en Carroll, en wordt hierdoor het CHC-model (Cattell-Horn-Carroll-model) genoemd. Dit intelligentiestructuurmodel is voor de wetenschappelijke en klinische praktijk van bijzonder belang. Het biedt de diagnosticus de mogelijkheid om te vertrekken vanuit een wetenschappelijk conceptueel kader waarin zijn/haar instrumentarium en diagnostische analyse vervolgens kan worden geplaatst. 
Na de bespreking van de ontwikkelingen op wetenschappelijk domein (i.e. theorievorming) zal de focus liggen op de toepassing van het CHC-model op onze standaard intelligentietests en de crossbatterijbenadering (XBA) in intelligentieonderzoek om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van het cognitief profiel van de cliënt.

Sessie 2 | K. Van Parijs | do. 14.12.2023 | 18.00 - 21.00 uur | Antwerpen
De kwaliteit en toepasbaarheid van intelligentietests

Op basis van een uitslag op een intelligentietest kunnen vergaande, ingrijpende beslissingen genomen worden. Daarom is het belangrijk dat er eisen gesteld worden aan de kwaliteit van het beschikbare instrumentarium. In het licht van het voorgaande (sessie 1) worden in deze sessie de frequent gebruikte intelligentietests diepgaand besproken. Ruimere aandacht zal besteed worden aan intelligentietests die het meest courant zijn in Nederland en Vlaanderen (e.g. WISC-V-NL, WPPSI-IV-NL, non-verbale tests, …). 
Specifieke aandacht zal ook gaan naar de COVAT-instrumenten. Deze unieke reeks van Vlaams genormeerde intelligentietests zijn ontwikkeld volgens het CHC-model en bieden de mogelijkheid om een ruim spectrum aan cognitieve vaardigheden in kaart te brengen.

Sessie 3 | C. Dejonghe | do. 27.02.2024 | 18.00 - 21.00 uur | Online
Intelligentiemeting bij kansengroepen (theorie)

Intelligentieonderzoek bij kansengroepen is niet evident. Allerlei vormen van bias kunnen de testafname op een negatieve manier beïnvloeden waardoor de validiteit en betrouwbaarheid in het gedrang kunnen komen. Vaak proberen hulpverleners als oplossing de invloed van taal uit te schakelen door te kiezen voor een non-verbale intelligentietest. Dit lijkt echter een schijnoplossing te zijn en staat niet garant voor een faire meting. Niet alleen vormt taal een sterk belemmerende factor, ook het gebruik van normeringstabellen voor autochtonen geeft een vertekend beeld van het cognitief functioneren bij deze doelgroep. Knelpunten worden uitgewisseld die optreden bij het testen van kansengroepen en mogelijke oplossingen aangereikt om te streven naar faire diagnostiek. Je leert het belang kennen van het samenstellen van een testbatterij op maat en van flexibiliteit in de testafname.

Sessie 4 | K. Van Parijs & M. Tierens | di. 20.02.2024 | 18.00 - 21.00 uur | Online
Intelligentiemeting bij verstandelijke beperking/hoogbegaafdheid (theorie)

Deel 1 – verstandelijke beperking: Om een antwoord te kunnen bieden op onderkennende (classificerende) vragen zoals ‘heeft deze persoon een verstandelijke beperking?’ volstaat een klassieke intelligentiemeting. Indien je echter verder wenst te differentiëren in de ernst van de verstandelijke beperking of je wenst handelingsgerichte adviezen voor je cliënt op te maken, dan bots je op de grenzen van de klassieke intelligentiemeting die IQ-zone 50 als metrische ondergrens heeft. Tijdens deze sessie wordt er dieper ingegaan op mogelijke oplossingen voor deze beperkingen. In een volgende praktijksessie wordt hiermee concreet aan de slag gegaan.

Deel 2 – hoogbegaafdheid: Hoogbegaafdheid wordt nog te vaak beschouwd als een luxeprobleem, met de veronderstelling dat deze kinderen en jongeren het wel redden zonder extra ondersteuning of begeleiding. Voorbeelden uit de praktijk tonen echter het tegendeel. Deze sessie gaat dieper in op de meerwaarde van diagnostiek bij vermoeden van hoogbegaafdheid, waarvan intelligentieonderzoek een belangrijk onderdeel van is.  “Wat zijn de beperkingen van huidige intelligentietesten bij vermoeden van hoogbegaafdheid?” “Wat betekent een hoogbegaafde score op één of meerdere brede cognitieve vaardigheden?”  Op deze en andere vragen zal tijdens deze sessie dieper ingegaan worden. In een volgende praktijksessie wordt hiermee concreet aan de slag gegaan.

Sessie 5 | M. Tierens | di. 12.03.2024 | 18.00 - 21.00 uur | Antwerpen
Het CHC-model en handelingsgerichte diagnostiek

CHC-intelligentieonderzoek kan een bijdrage leveren aan handelingsgerichte diagnostiek van leermoeilijkheden. Onderzoeksgegevens over de verbanden tussen schoolse kennis en brede en nauwe cognitieve vaardigheden geven aanwijzingen om tegemoet te komen aan onderwijsbehoeften van leerlingen. We illustreren met casussen hoe we dit toepassen binnen de context van school en centrum voor leerlingenbegeleiding. We lichten toe hoe het CHC-model aan bod komt in de verschillende fases van het diagnostische proces.

Sessie 6 | M. Van den Mooter, A. Verstraeten, A. Durt, e.a. | di. 16.04.2024 | 18.00 - 21.00 uur | Antwerpen
Intelligentiemeting bij kansengroepen/verstandelijke beperking/hoogbegaafdheid (praktijk)

Bij deze sessie heb je de gelegenheid om 2 deelsessies te kiezen, eentje voor en na de pauze. Je zal je keuze op voorhand moeten maken zodat de groepen tijdig kunnen worden ingedeeld.

Deelsessie 1 – kansengroepen: Tijdens deze sessie gaan we aan de hand van casusmateriaal aan de slag met richtlijnen en toetsstenen faire diagnostiek. We illustreren hoe ze ingezet kunnen worden in alle fasen van het diagnostische proces. Op die manier trachten we handvatten te bieden in het professioneel en fair werken met kinderen en jongeren met een migratieachtergrond of kansengroepen.

Deelsessie 2 – verstandelijke beperking: Tijdens deze sessie gaan we aan de hand van casusmateriaal aan de slag met intelligentiemeting in de doelgroep van personen met een verstandelijke beperking. We doorlopen een casus van de intakefase tot de integratie- en aanbevelingsfase en we gaan dieper in op het komen tot een handelingsgericht advies bij kinderen met een verstandelijke beperking.

Deelsessie 3 – hoogbegaafdheid: Tijdens deze sessie gaan we aan de hand van casusmateriaal dieper in op diagnostiek bij een vermoeden van cognitief sterk functioneren. Samen met de andere cursisten krijg je tips en verken je welke stappen je kunt zetten om de noden van (hoog)begaafde kinderen en jongeren in kaart te brengen zodat ze beter ondersteund kunnen worden bij de ontwikkeling van hun cognitief potentieel.

Sessie 7 | M. Tierens & S. Joris | di. 07.05.2024 | 18.00 - 21.00 uur | Online
Eigen casus, feedback en verslaggeving

Anders dan tijdens vorige sessies heb je gedurende deze sessie de gelegenheid om verder te werken aan je eigen casus. Hierbij is het de bedoeling dat je de opgedane kennis en inzichten uit de voorgaande sessies integreert. Studenten hebben uitgebreid de mogelijkheid om vragen te stellen en gerichte feedback te bekomen op hun werk. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan correcte verslaggeving.

Docenten

Tijdens het academiejaar 2023 - 2024 zullen de volgende docenten meewerken aan deze module (onder voorbehoud):

  • Caroline Dejonghe is lector binnen de opleiding Toegepaste Psychologie. Daarnaast is ze medewerker van het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) waar ze aanspreekpunt is voor diagnostische vraagstukken uit het school- en pedagogische werkveld en beheerder van het Testgeheugen van Vlaanderen. Caroline is lid van de netoverstijgende werkgroep faire diagnostiek van het CLB. Ze geeft vormingen over intelligentie-onderzoek en verdiept zich in thema’s als diversiteit, multiculturaliteit en faire diagnostiek.
  • Astrid Durt is klinisch orthopedagoog van opleiding. Binnen Thomas More werkt Astrid als docent Psychodiagnostiek en Practicum 3 SPP. Daarnaast begeleidt ze studenten Toegepaste Psychologie bij hun bachelorproef en stage. Voor Astrid is psychodiagnostiek een uiterst boeiend domein vol leerrijke interacties. Ze deed er reeds ruim ervaring in op binnen het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen te Leuven en Antwerpen. Daar scherpte ze haar kennis en vaardigheden aan wat betreft intelligentieonderzoek en diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen (zoals autismespectrumstoornis, aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis…). Astrid is ook werkzaam binnen de Expertisecel Begaafdheid van PraxisP, het academisch praktijkcentrum van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven, waar ze focust op psychodiagnostiek bij deze specifieke doelgroep.
  • Steven Joris (modulesupervisor) is klinisch psycholoog en werkt binnen Thomas More als onderzoeker (Expertiseunit Zorg en Welzijn) en coördinator psychodiagnostiek (opleiding Toegepaste Psychologie). Als onderzoeker is hij actief in de domeinen van testontwikkeling en testgebruik. Binnen de opleiding Toegepaste Psychologie bouwt hij mee aan de voortdurende optimalisering van de leerlijn psychodiagnostiek (zowel in de basisopleiding als in de voortgezette opleiding) in nauw overleg met het werkveld. Overkoepelend zet Steven zich in voor de strategische positionering en brede verspreiding van de psychodiagnostische expertise van Thomas More. Naast zijn werk bij Thomas More is Steven ook aan de slag als co-directeur bij de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP). Steven zetelt tevens als bestuurslid binnen de Divisie Psychodiagnostiek (VVKP), de Testcommissie (Belgische Federatie van Psychologen), en de Board of Assessment (European Federation of Psychologists' Associations). Op lokaal niveau is hij tevens betrokken bij de werking van de Psychologenkring Antwerpen Centrum (PAC) en de Eerstelijnszone Antwerpen Oost (ELZA Oost).
  • Marlies Tierens (PhD) is als onderzoeker verbonden aan het Psychodiagnostisch Centrum en docent psychodiagnostiek aan de opleiding Toegepaste Psychologie van Thomas More. Ze zetelt in de Testcommissie van de Belgische Federatie van Psychologen en is voorzitter van het Vlaams Forum voor Diagnostiek (VFD). Ze behaalde haar doctoraat over traumaverwerking bij jonge verkeersslachtoffers aan de Universiteit Gent, in samenwerking met de kinder- en jeugdpsychiatrie UZGent. In haar huidig onderzoek werkt ze mee aan de ontwikkeling van de COVAT reeks, een reeks Nederlandstalige cognitieve vaardigheidstesten voor kinderen, jongeren en volwassenen op basis van het CHC-model (Basisversie, COVAT 9½-20 en COVAT-3). Ze geeft vormingen over diagnostiek en hoe het CHC-model zich kan vertalen in adviezen voor de praktijk. Ze werkt deeltijds als zelfstandig psycholoog waar ze zich vooral focust op psychodiagnostiek bij (vermoeden van) cognitieve begaafdheid. Ze behaalde het getuigschrift expert hoogbegaafdheid aan de Gifted Academy (Hoogbloeier) en is aangesloten bij het partnernetwerk van Hoogbloeier.
  • Marleen Van den Mooter werkte jaren in  een CLB als externe leerlingbegeleider. Sinds 2011 is zij pedagogisch begeleider kansenbevordering voor het Vrij CLB (VCLB) Netwerk te Schaarbeek. Zij ondersteunt vrije CLB’s o.a. in het omgaan met kansarmoede, vluchtelingenproblematiek en cultuursensitief handelen ten aanzien van leerlingen en ouders met een migratieachtergrond. Marleen is ook voorzitter van de netoverstijgende werkgroep faire diagnostiek.
  • Katrijn Van Parijs is lector Practicum School- en Pedagogische Psychologie, Psychosociale Hulpverlening aan personen met een beperking en Revalidatiepsychologie aan de opleiding Toegepaste Psychologie Thomas More. Als medewerker van het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) doet ze voornamelijk onderzoek omtrent de COVAT-reeks, een reeks Nederlandstalige cognitieve vaardigheidstesten voor kinderen en jongeren op basis van het CHC-model. Binnen het Psychodiagnostisch Centrum is ze tevens aanspreekpunt voor neuropsychologie. Daarnaast is ze lid van CAP vzw en Forum Diagnostiek VCLB, geeft ze vormingen over het CHC-model en heeft ze expertise in het werkveld van kleuters, kinderen en jongeren met visuele (meervoudige) beperkingen. 
  • Annelies Verstraeten behaalde een master in de psychologie (KU Leuven), optie klinische psychologie voor kinderen en jongeren alsook Postgraduaat ‘Klinische Neuropsychologie’ (georganiseerd door VUB, Universiteit Gent en KU Leuven i.s.m. VVNP). Annelies is gestart als wetenschappelijk medewerkster op de faculteit Psychologie (KU Leuven). Nadien werkte ze o.a. in Eureka Leuven (kinderen met leerstoornissen). Ondertussen werkt Annelies ongeveer 15 jaar als klinisch psycholoog in het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen te Leuven – Limburg vzw waar ze deel uitmaakt van een multidisciplinair team met o.a. kinderartsen, kinderneurologen, logopedisten, kinesisten. Annelies doet diagnostisch onderzoek bij (zeer) jonge kinderen met (risico op) ontwikkelingsvertraging, ontwikkelingsstoornissen o.a. autismespectrumstoornis (ASS), alsook enkele specifieke doelgroepen zoals Cerebrale Visuele Inperking (CVI), Developmental Coordination Disorder (DCD), … Als psycholoog voert Annelies o.a. intake- en adviesgesprekken, cognitieve, neuropsychologische ontwikkelingsonderzoeken, spel-, kribbe- en klasobservaties uit. Voor Annelies staat ook het belang van vroegdiagnostiek op de voorgrond om ouders en omgeving meer duidelijkheid te geven in de ontwikkeling van hun kind zodat aangepaste hulp en ondersteuning kan geboden worden om zo de ontwikkeling van elk kind te optimaliseren, in de eerste plaats op vlak van welbevinden maar daarnaast ook op vlak van cognitie, spel- en leerproces.