Ga naar de hoofdinhoud

De Onderwijsspiegel is opgebouwd rond dialoog met interne en externe stakeholders in cycli van maximaal zes jaar. Het proces streeft twee doelen na:

  • Intern ontwikkelt en versterkt de spiegel de kwaliteitscultuur door in te zetten op eigenaarschap en empowerment.
  • Extern verzekert het concept de kwaliteit van het diploma voor studenten, werkveld en overheid.

Een dossier dat informatie over alle onderwijskundige aspecten van de opleiding bevat, is het vertrekpunt van de Onderwijsspiegel (cf. kwaliteitskenmerken). We vertrekken daarbij van standaard beschikbare informatie: dashboard, beleidskompas, internet. We leggen het dossier ter aanvulling voor aan het opleidingsteam en studenten van de opleiding. Vervolgens wordt het dossier bezorgd aan een onafhankelijk panel.

Het panel bestaat uit een extern onderwijsdeskundige (voorzitter), een extern domeindeskundige, een intern onderwijsdeskundige, een student van een andere opleiding en een of meerdere vertegenwoordigers van het werkveld.

Het panel gaat met dit dossier aan de slag om het bezoek voor te bereiden. Om voldoende in de diepte te kunnen werken, bepalen de voorzitter van het panel en de opleidingsmanager samen een beperkt aantal thema’s dat tijdens het bezoek aan bod zal komen. Een van deze thema’s gaat altijd over het eindniveau en de professionele oriëntering van de opleiding.

Tijdens het bezoek brengen we alle belanghebbenden samen rond de tafel: studenten, docenten, alumni, werkveld, leidinggevenden. Samen met het panel zoeken de gesprekspartners naar sterktes en ontwikkelkansen van de opleiding.

Het rapport van de Onderwijsspiegel geeft aan hoe de opleiding het juiste niveau en de juiste oriëntatie realiseert. Het bevat ook ideeën en suggesties voor de opleiding om verder te ontwikkelen. In het rapport beschrijft de opleiding haar ontwikkelambities.

De directie bespreekt dit rapport samen met de opleidingsmanager en de voorzitter van het panel. Elke opleiding die door het proces van de Onderwijsspiegel gegaan is, krijgt ondersteuning vanuit onze instelling, hetzij om knelpunten aan te pakken, hetzij om ontwikkelambities te ondersteunen.

Ook indien opvolging i.f.v. het aanpakken van knelpunten met betrekking tot het niveau en de oriëntatie nodig is, wordt hierover gerapporteerd.

Thomas More gaat voor goud. Het waarborgen van kwaliteitsvolle diploma's voor onze studenten, het werkveld en de samenleving is voor ons van cruciaal belang. Vanuit vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid stimuleren we onze opleidingen voortdurend haar kwaliteit bij te sturen, te ontwikkelen en te versterken. Het realiseren van het eindniveau dat op een duurzame wijze getoetst wordt en leidt tot het afleveren van startbekwame professionals maakt hier integraal onderdeel van.

Over het algemeen realiseert het gros van onze opleidingen het eindniveau op een duurzame manier, of met minimale aanpassingen (scenario 0-1). In gevallen waar het panel oordeelt dat het eindniveau niet is bereikt of het duurzaam karakter van de beoordeling van het eindniveau versterkt moet worden, voorziet Thomas More ondersteuning en opvolging. Deze opvolging gebeurt aan de hand van zorgvuldig ontwikkelde scenario’s.

Een combinatie van scenario’s is ook mogelijk: dan voert de opleiding op korte termijn enkele aanpassingen door met het oog op de studenten die aan hun laatste fase beginnen (scenario 1). De meer fundamentele ingrepen worden dan opgevolgd met scenario 2.