Ga naar de hoofdinhoud

Werken met een hersenletsel

Of de persoon met eenĀ  hersenletsel (terug) kan werken, hangt af van veel factoren, zoals

  • deĀ oorzaakĀ van hetĀ hersenletsel.
  • deĀ gevolgenĀ van het hersenletsel.
  • de impact van die gevolgen op het eigenĀ functionerenĀ in het algemeen en specifiek op het werk.
  • welkĀ belangĀ de persoonĀ hecht aan (terug) te werken.
  • hoeveelĀ vertrouwenĀ de persoon heeft om (terug) te werken.
  • of die wel of niet werkte voor het hersenletsel en welkĀ statuut die had.
  • ...

Onderstaande vragen en antwoorden geven je concrete handvatten om de persoon te ondersteunen. We ordenen ze in twee delen:Ā 

  • algemeen: hier vind je antwoorden op vragen over (terug) werken, voor alle mensen met een gezondheidsaandoening.
  • met een hersenletsel: hier vind je antwoorden op vragen over (terug) werken, specifiek voor personen met een hersenletsel.

šŸ‘‰ KlikĀ op een vraag en we informeren je graag verder.

Algemeen

Met een hersenletsel

Tips

om de hulpvraag te exploreren

šŸ§°Handige materialen

  • Een leidraad die je kan gebruiken bij hetĀ kennismaken met de persoonĀ met NAH en bij het opbouwen van een werkrelatie isĀ Interview Dagelijkse Routine.

šŸ’”Tip: informeren is belangrijk.

  • Binnen het project werkten we drieĀ informatiefolders uit om de persoon te ondersteunen bij (terugkeer naar) werk:
    • een over arbeidsgerichte revalidatie (AGR) na een hersenletsel,Ā 
    • een met tips voor personen met een hersenletselĀ 
    • een met tips voor de werkomgeving.
  • Wil je deze folder(s) graag? Neem dan contact op metĀ dorien.vandenborre@thomasmore.be

Persoons- en functieprofiel maken en vergelijken

Om een juist beeld te krijgen van de mogelijkheden/uitdagingen van de persoon enerzijds en de mogelijkheden/eisen van het werk anderzijds, is het waardevol om hier visueel een helder beeld van te hebben:

  • EenĀ persoonsprofiel opstellen: jeĀ gaat de werkbelastbaarheid van de persoon na.
    • WatĀ kanĀ de persoon met een hersenletsel?Ā 
    • Heb oog voor fysieke, emotionele, cognitieve, sociale en gedragsmatige mogelijkheden/uitdagingen van de persoon.
  • EenĀ functieprofiel opstellen: je bekijkt de gevraagde werkbelasting.
    • WatĀ moetĀ de persoon met een hersenletselĀ kunnen?
    • Wat is het werkdoelwit?
    • Welke mogelijke taken moet/kan de persoon doen?
    • Welke mogelijkheden en eisen schept de werkcontext?
  • Beide profielen vergelijken: Is hetĀ haalbaar en realistischĀ om die werkbelasting te bereiken?
    • Je vergelijkt de werkbelastbaarheid met de werkbelasting en gaat na hoe groot de afstand tussen de twee is.Ā 
    • Hou daarbij zowel rekening met mogelijkheden als met uitdagingen.

    šŸ’” Tip

    Het is een meerwaarde omĀ de vergelijking voor de persoon teĀ visualiseren. Je kan de ICF gebruiken, je kan ook kleurcodes gebruiken, bv.:

    • groen: er is geen afstand tussen persoon en functie. De persoon heeft de nodige vaardigheden. De persoon kan (terug) werken.
    • oranje: de afstand tussen persoon en functie is overbrugbaar. De persoon kan de nodige vaardigheden herwinnen of compenseren.
      • Samen met het behandelteam, geef je de persoon passende tips/strategieĆ«n/oefeningen om de afstand tot werk te verkleinen.
    • rood: de afstand tussen persoon en functie is onoverbrugbaar. De persoon kan de nodige vaardigheden niet meer.
      • Het is dan belangrijk om samen de werkgerichte hulpvraag te (her)bekijken.
    om het inzicht te vergroten

    šŸ§° Handige materialen

    Om het inzicht van de persoon te vergroten, kan je de persoon eenĀ dagboek of weekschemaĀ laten opstellen.Ā Hierin kan de persoon verschillende tijdblokken (werktijd, persoonlijke tijd, ontspanning, tijd voor huishoudelijke taken, eetmomenten, gezinstijd, therapietijd en rust) in kaart brengen.

    Overweeg samen met de persoon of die al/niet deelt met de werkgever, de leidinggevende en/ofĀ de collega's dat die een hersenletsel heeft.Ā 

    • Coral 2.0Ā is een vragenlijst die kan helpen om overwegingen die voor de persoon belangrijk zijn op een rijtje te zetten.
    • Het helpt om de afweging te maken wat de persoon deelt, met wie, op welk moment. Ā 
    dots