Ga naar de hoofdinhoud
Werken na hersenletsel

Werkgerichte hulpvraag identificeren

Zorgactor

De behandelend arts/team vraagt de werkgerichte hulpvraag van de persoon met NAH actief na en exploreert samen met de persoon wat haalbaar/realistisch is. Aansluitend bij de principes van disability management streef je, als behandelteam, het hoogst mogelijk niveau van functioneren na.

Aanvullend verhoog je de kennis van de persoon over het wettelijk kader en de financiële impact van arbeidsongeschiktheid en arbeids(re-)integratie. Zo empower je de persoon om in overleg te gaan met relevante actoren.

🤝Samen

Bespreek, in overleg met de persoon met NAH, welk werkdoelwit jullie vooropstellen en welke ondersteuning mogelijk is.

  • Eén van de mogelijkheden is dat een arbeidsgericht revalidatietraject wordt opgestart.
  • Je kan dit toelichten aan de persoon en de naasten.
  • Je gaat de motivatie voor het volgen van een arbeidsgericht revalidatieprogramma na.
  • Je communiceert met de andere actoren zoals de adviserend arts van het ziekenfonds of van de arbeidsongevallenverzekering en de arbeidsarts .
  • Het is waardevol voor de persoon om ervaringsdeskundigen te betrekken.
    • Een ervaringsdeskundige is een persoon die ook een NAH heeft. Het kan een persoon zijn die een hersteltraject doorliep en terug deelneemt aan de maatschappij. Het kan ook een persoon zijn die samen met de persoon met NAH het hersteltraject doorloopt en (terug) wil werken.
    • Het delen van mogelijke hulpvragen biedt steun voor de persoon met NAH. Ervaringsdeskundigen helpen de persoon bij het maken van een keuze richting werk. Zo’n contact is persoonlijk, flexibel en herkenbaar.
    • Een sleutelfactor is de mate waarin de persoon zich kan identificeren met de doorleefde ervaringen van de ervaringsdeskundige (Balogun-Mwangi et al., 2019; Reed et al., 2022). In gesprek gaan met een ervaringsdeskundige zorgt ervoor dat de persoon kan leren van het succes van anderen (Mills & Kreutzer, 2016)

💡Tips

  • Door samen te werken en holistisch te denken, focus je breed: op de persoon, op de (werk)context en op de arbeidsgeschiktheid.
  • Wissel actief informatie uit, met toestemming van de persoon.
    • Dit zorgt voor een gedeeld begrip van het functioneren van de persoon en van de werkgerichte hulpvraag.
  • Stimuleer de persoon om regelmatig contact te houden met relevante actoren.
    • Weet dat het voor de persoon niet eenvoudig is om te weten wie die wanneer en waarom moet contacteren.
    • Informeer de persoon daarom over taken en rollen van de verschillende actoren.
  • Hou, bij het identificeren van de werkgerichte hulpvraag, rekening met het verliesverwerkingsproces en met het mogelijk verstoorde ziekte-inzicht van de persoon met NAH. Misschien legt de persoon bij de start van AGR de lat te hoog of te laag, maar krijgt die tijdens het AGR-traject wel een meer realistisch beeld van wat haalbaar is en wat minder.

🧰Handige materialen

  • Een leidraad die je kan gebruiken bij het kennismaken met de persoon met NAH en bij het opbouwen van een werkrelatie is Interview Dagelijkse Routine.
  • Zelfrapportagevragenlijsten kunnen helpen om de hulpvraag te exploreren. Enkele voorbeelden:
    • de Self-Awareness in Daily Life (SADL-3: Prinsen et al., 2016),
    • de Work Rehabilitation Questionnaire (WORQ: Finger et al., 2014)
    • en de Impact on Participation and Autonomy (IPA: Cardol et al., 1999).
  • Informeren is belangrijk.
    • Binnen het project werkten we twee informatiefolders uit: een over AGR na NAH en een met tips voor personen met NAH bij (terug) werken.
    • Wil je deze folder(s) graag? Neem dan contact op met dorien.vandenborre@thomasmore.be
dots