Ga naar de hoofdinhoud

Het kader voor curriculumontwerp laat zien wat de verschillende delen van een lesprogramma zijn en hoe ze met elkaar verbonden zijn. Het schetst het cyclische proces dat onze opleidingen doorlopen bij het opbouwen of verder vormgeven van hun curriculum.

Bovendien stimuleert het onze opleidingen om samen met belangrijke stakeholders zoals studenten en het werkveld regelmatig na te denken over:

  • De visie op de opleiding, afgestemd op de domein- en opleidingsspecifieke leerresultaten, het beoogde afstudeerprofiel, en de inhoudelijke en onderwijskundige leerweg die daarvoor nodig is.
  • De leerresultaten die we vertalen in gedragsindicatoren en een ‘body of knowledge & skills’, beide uitgezet in betekenisvolle gehelen (opleidingsonderdelen of OPO) doorheen de opleiding.
  • Een toetsbeleid en -programma (cf. het kader voor toetsing).
  • De borging van het eindniveau: de manier waarop de opleiding nagaat en verzekert dat wie afstudeert ook startbekwaam is.

Voor het (her)ontwerp van afzonderlijke opleidingsonderdelen kunnen onze docenten gebruikmaken van het kader voor OPO-ontwerp op basis van de backward design-methodiek (van leerdoel naar evidentie, toetsing,  leeromgeving en -ondersteuning). We stimuleren hen om daarbij gebruik te maken van een doordachte ‘blended’ mix van online en fysieke, synchrone en asynchrone leeractiviteiten.

Voor onze graduaatsopleidingen ontwikkelden we het instrumentarium voor werkplekleren dat hen helpt bij de vormgeving van het leren op de werkvloer en de opvolging van de begeleiding door hun werkveldpartners.