De opleiding Kleuteronderwijs organiseert een verkort traject voor studenten die al een diploma van een bachelor- of master opleiding bezitten, al dan niet met onderwijsbevoegdheid. Omdat instromers in dit verkorte traject reeds beschikken over de algemene bachelorcompetenties ligt de focus in het verkorte traject op de beroepsspecifieke competenties van de leraar kleuteronderwijs. Leren met twee voeten in de praktijk zal dan ook de de spil van het leren zijn.
Er zijn geen vaste lesdagen op de campus, behalve bij de start van de opleiding. De student verwerkt de inhouden door middel van onlinecursussen op zelfstandige basis. Het traject is echter geen afstandstraject. Het leren in de praktijk, op de werkplek, staat immers zeer centraal. Door middel van praktijkgerichte opdrachten maakt de student zich op de werkplek de inhouden eigen. Ook de evaluatie verloopt grotendeels via beroepsproducten.
Doorheen het ganse leerproces wordt de student ondersteund door een kernbegeleider vanuit de opleiding die hem zowel online, als op de campus, maar vooral ook op de werkplek zal bijstaan.
We bieden binnen dit nieuwe traject twee opties aan:
LIO staat voor ‘leraar-in-opleiding’. Als de student voor minstens 50% aangesteld is als leraar in het kleuteronderwijs en hij beschikt nog niet over een diploma Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs, dan kan hij zijn job combineren met een opleiding als leraar-in-opleiding, met een LIO-statuut. De school neemt, in samenspraak met de lerarenopleiding, een deel van de student zijn praktische opleiding op. Als LIO-student heeft de student een gewone aanstelling in het onderwijs en ontvangt hij dus ook een salaris. De school is de werkgever.
De student, de school en de instelling waar de student een lerarenopleiding volgt, sluiten een samenwerkingsovereenkomst af.
De student kan zijn werkervaring maximaal benutten tijdens de opleiding. Zijn werkervaring wordt ingezet om pedagogisch-didactische en vakdidactische expertise op te bouwen. Waar mogelijk kan hij tijdens de werkuren aantonen dat hij aan de evaluatiecriteria van de onderdelen praktijk voldoet.
Een student werkplekleren (WPL) kiest er bewust voor om eerst in een stagecontext ervaring op te doen in een kleuterschool. Wij als opleiding zoeken voor deze student een school waar hij enerzijds aan de slag kan gaan met praktijkgerichte opdrachten vanuit de vakken die hij opneemt en anderzijds stage kan lopen. De dagen die hij in het kader van zijn opleiding op de werkplek/stageschool is, zijn onbezoldigd. Net zoals een LIO-student zal hij zijn ervaringen van het werkplekleren inzetten om pedagogisch-didactische en vakdidactische expertise op te bouwen en aan te tonen. Tijdens de stagedagen zal hij aantonen dat hij aan de evaluatiecriteria van de onderdelen praktijk voldoet.
Een student die de opleiding volgt in het werkpleklerentraject, kan deze opleiding combineren met een deeltijdse job in een andere sector of een job in het onderwijs, maar niet in de kleuterklas.
Het academiejaar wordt opgesplitst in 4 kwartalen van 8 weken. Instappen in de opleiding kan in september (kwartaal 1) of februari (kwartaal 3). De student plant opleidings- en praktijkonderdelen in functie van zijn persoonlijke en professionele context. Elke student neemt gedurende zijn opleiding 4 keer een Praktijk-opleidingsonderdeel op.
In het verkort traject zijn er vier Praktijk OPO’s (Praktijk I, II, III en IV) die de student achtereenvolgens dient af te leggen. Een praktijk OPO loopt telkens over een kwartaal van acht weken. De student kan zelf kiezen wanneer (in welk kwartaal) hij de stage aanvat. Er is geen stagekalender voorzien. De stagedagen worden in onderling overleg bepaald. Meer info over deze stages kan u in deze richtlijnen vinden. Per stage hebben we daarin omschreven wat we verwachten van een student.
In onderstaande video's lichten we toe wat de concrete verwachtingen per stage zijn. Klik op de link en u komt meteen terecht in een video met duidelijke uitleg van onze praktijkcoördinator Laura Dewinter. Aarzel niet om ons te contacteren bij vragen.
Indien u een student uit dit traject begeleidt, kan u in het stagevademecum nalezen wat de algemene afspraken zijn.
In het document Kerntaken staat de stagegroeilijn over de kwartalen heen, verder omschreven a.h.v. speerpunten en bijhorende criteria. Deze stagegroeilijn biedt hulp en ondersteuning bij het verwerven van de nodige competenties voor de opleiding Kleuteronderwijs. Deze kerntaken zullen gebruikt worden om de evaluaties van de studenten in te vullen.