Ga naar de hoofdinhoud

Assessment & interventie

Project

LoSTT

Meer dan de helft van de Vlaamse logopedisten onderzoekt meertalige kinderen op dezelfde manier als eentalige kinderen (Leysen et al., 2019). Dit houdt een groot risico aan misdiagnoses in. Met het project LoSTT (Longitudinale Studie naar Taalproblemen bij Tweetalige Kinderen) en later ook met ToTEM (Tools voor Taaldiagnostiek bij Eentalige en Meertalige kinderen) ontwikkelden we een protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen van 4 tot en met 8 jaar oud.

Het protocol bestaat uit twee stappenplannen voor logopedisten. Het eerste is gericht op meertalige kleuters van 4 tot en met 6 jaar oud, het tweede op meertalige lagereschoolkinderen van 5 tot en met 8 jaar oud. Het protocol biedt logopedisten uit het werkveld een wetenschappelijk onderbouwde leidraad voor verantwoorde taaldiagnostiek bij meertalige kinderen. 

Het protocol

Het protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen laat logopedisten toe om op een onderbouwde manier een taalontwikkelingsstoornis te onderscheiden van een blootstellingsachterstand. Naast het stellen van een juiste onderkennende diagnose bij meertalige kinderen, biedt het protocol handvaten voor een ruimere handelingsgerichte aanpak. Via tips voor uitgebreider onderzoek en advies voor ouders en leerkrachten kunnen logopedisten de juiste verdere stappen ondernemen. 

Wat is de doelgroep?

Het protocol richt zich op meertalige kinderen van 4 tot en met 8 jaar oud met taalproblemen in minstens één van hun talen. Om alle taken te kunnen afleggen, moeten de meertalige kleuters minstens één jaar Nederlandstalig onderwijs gevolgd hebben, voor meertalige lagereschoolkinderen geldt een aanbod van minstens twee jaar Nederlandstalig onderwijs. 

Waaruit bestaat het protocol?

De logopedist neemt drie instrumenten af bij het kind, de samenstelling varieert afhankelijk van de leeftijd. 
Bij meertalige kleuters van 4 tot en met 6 gaat het om volgende taken:

  1. ALDeQ-NL (Leysen et al., 2020): totaalscore
  2. CELF Preschool-2-NL (de Jong, 2012): kernscore na gestandaardiseerde afname
  3. MAIN (Gagarina et al., 2012): begripsvragen bij naverteltaak 'Hond' in het Nederlands

Bij meertalige lagereschoolkinderen van 5 tot en met 8 neemt de logopedist volgende taken af:

  1. ALDeQ-NL (Leysen et al., 2020): totaalscore
  2. CELF 5-NL (Wiig et al., 2019; Nederlandstalige bewerking door Pearson Benelux B.V. i.s.m. de Jong): kernscore na gestandaardiseerde afname
  3. MAIN (Gagarina et al., 2012): begripsvragen bij naverteltaak ‘Poes’ in het Nederlands

Afname van de drie instrumenten duurt 45 tot 55 minuten, afhankelijk van de leeftijd.

Aan de hand van een beslissingsschema met afkapwaarden per taak, stel je de juiste onderkennende diagnose (taalontwikkelingsstoornis of blootstellingsachterstand).
Afhankelijk van het resultaat geeft het protocol je gerichte adviezen voor verdere stappen. 

Download het protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen hier gratis. 

dots

Heb je interesse om mee te werken aan de uitbreiding van het protocol?

Klik op volgende link en laat je gegevens achter.

Klik hier

Onderzoekers

Onderzoeker

Charlotte Mostaert

Charlotte Mostaert (MSc) is onderzoeker bij de onderzoeksgroep Mens en Welzijn, onderzoekslijn Assessment en interventie. Zij heeft expertise op het vlak van taalontwikkelingsstoornissen en meertaligheid.

Onderzoeker

Heleen Leysen

Heleen Leysen (PhD) is onderzoeker bij de onderzoeksgroep Mens en Welzijn, onderzoekslijn Assessment en interventie. Zij heeft expertise op het vlak van taalontwikkelingsstoornissen bij meertalige kinderen.

Onderzoeker

Kirsten Schraeyen

Kirsten Schraeyen (PhD) is onderzoeker bij de onderzoeksgroep Mens en Welzijn, onderzoekslijn Assessment en interventie. Zij is expert op het vlak van taalontwikkelingsstoornissen in een meertalige context.

Gerelateerde onderzoekslijnen