De opleiding duurt minimum anderhalf jaar (WPL) of minimum twee jaar (LIO). In het programma wordt een onderscheid gemaakt tussen studenten die een diploma hebben zonder (ZO) of met onderwijsbevoegdheid (MO). Studenten met onderwijsbevoegdheid nemen 75 studiepunten op, studenten zonder onderwijsbevoegdheid 90 studiepunten.
Elk academiejaar wordt opgesplitst in 5 periodes van telkens 7 weken. De laatste week van een periode zijn er examens en evaluaties.
Volg je het modeltraject, dan neem je elke periode 1 of 2 onderdelen praktijk op, 1 of 2 onderdelen (vak)didactische expertise en 1 onderdeel kennisbasis.
Het modeltraject is een voorstel om de verschillende opleidingsonderdelen op een logische en haalbare manier te spreiden. Wens je het traject aan te passen aan jouw persoonlijke situatie (bv. combinatie met deeltijds werk), dan spreid je de opleiding over meerdere periodes. Dit traject op maat krijgt vorm tijdens een persoonlijk gesprek met de trajectcoördinator.
Bij het begin van de opleiding kies je voor één van onderstaande opties. Een academiejaar is opgebouwd uit 5 periodes van 7 weken. Na elke periode kan je vlot schakelen van de ene naar de andere optie.
Optie Werkplekleren (WPL)
- Je beschikt over een bachelor- of masterdiploma.
- Je kiest er bewust voor om eerst in een stagecontext ervaring op te doen in de lagere school. De lerarenopleiding zoekt voor jou een lagere school waar je via werkplekleren aan de slag gaat.
Optie Leraar in opleiding (LIO)
- Je beschikt over een bachelor- of masterdiploma.
- Je bent voor minstens 500u op jaarbasis als klasleraar tewerkgesteld in een lagere school.