
Instructievideo’s worden steeds vaker ingezet in onderwijs. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om video’s in een online traject, een opgenomen les die kan herbekeken worden, extra instructie of zelfgemaakt videomateriaal dat ingezet wordt bij flipping the classroom.[1] Een vraag die vaak gesteld wordt door lesgevers is of ze best zelf in beeld komen in hun instructievideo’s. Daarom is het zinvol om na te gaan of de zichtbaarheid van jezelf onder bepaalde omstandigheden een positief of negatief effect heeft op de leerresultaten. Enkel en alleen de veronderstelling dat lerenden ons ook graag thuis willen bewonderen, volstaat niet …
Er zijn zowel redenen om aan te nemen dat een lesgever in beeld een positief als een negatief effect kan hebben op het leren.
Ten eerste is er de aanname dat een lesgever in beeld in een instructievideo voornamelijk een irrelevant of afleidend element is. Net zoals andere interesse-opwekkende plaatjes of beelden, ben je als lesgever dan een verleidelijk overbodig detail (seductive detail).[2] Deze gedachte vindt zijn oorsprong in de idee dat het werkgeheugen van lerenden beperkt is. De zichtbare aanwezigheid van jezelf levert in deze veronderstelling geen directe bijdrage aan het leren, maar zorgt voor overbodige cognitieve belasting (extraneous cognitive load). De mentale bandbreedte die op deze wijze opgesoupeerd wordt, kan door lerenden niet benut worden om na te denken over de leerstof (Alemdag, 2022). Richard Mayer – de godfather van onderzoek naar de effectiviteit van ontwerpprincipes van multimedia – heeft het in deze context over het image principle: studenten leren niet beter van multimedia waaraan de (statische) afbeelding van een lesgever werd toegevoegd (Mayer, 2021). Onthoud de toevoeging statische – daarop komen we later nog terug – op voorwaarde dat u onderweg niet bent afgehaakt omdat de auteur van deze blog niet in beeld werd gebracht.
Voorgaande zin vormt een mooi bruggetje naar een tweede aanname, namelijk dat een lesgever in beeld ook een sociaal-affectieve rol kan vervullen. De aanwezigheid zou er dan voor zorgen dat lerenden door een connectie met de lesgever een grotere bereidheid aan de dag leggen om een cognitieve inspanning te leveren (social-cue hypothesis, Alemdag, 2022). Om tot diepgaande verwerking van multimediamaterialen te komen, is een zekere mate van motivatie volgens Mayer (2021) immers wenselijk.
Op basis van o.a. twee recente overzichtsstudies van Alemdag (2022) en Henderson en Schröder (2021) kunnen enkele voorzichtige conclusies getrokken worden.
Het lijkt er dus op dat jezelf tonen tijdens een video of presentatie niet noodzakelijk een meerwaarde biedt voor het leren. Als je toch een video met lesgever in beeld maakt, denk dan o.a. aan ondersteunend non-verbaal gedrag zoals het maken van oogcontact en handgebaren, en voor cognitieve interactie met de belangrijke inhouden in je les. Geef met andere woorden ook goed les in je eigen video.
Alemdag, E. (2022). Effects of instructor-present videos on learning, cognitive load, motivation, and social presence: A meta-analysis. Education and Information Technologies, 27(9), 12713–12742. https://doi.org/10.1007/s10639-022-11154-w
Henderson, M. L., & Schroeder, N. L. (2021). A Systematic review of instructor presence in instructional videos: Effects on learning and affect. Computers and Education Open, 2, 100059. https://doi.org/10.1016/j.caeo.2021.100059
Mayer, R. E. (2021). Multimedia Learning: Third edition (3rd ed.). Cambridge University Press. https://doi.org/10.1017/9781316941355
Wang, Y., Gong, S., Cao, Y., & Fan, W. (2023). The power of affective pedagogical agent and self-explanation in computer-based learning. Computers & Education, 195, 104723. https://doi.org/10.1016/j.compedu.2022.104723
[1] In een flipped classroom verwerven leerlingen nieuwe leerstof bijvoorbeeld via een online instructievideo thuis waarna er zogenaamde hogere-orde leeractiviteiten in de klas plaatsvinden. Lees meer over de effectiviteit van deze onderwijsvorm in deze blog.
[2] Zie ook deze blog van Wouter Buelens, Tim Surma en Paul Kirschner voor meer achtergrond over de verleidelijkheid van overbodige details en voor welke studenten deze het meest nadelig zijn.
[3] Lees meer over deze productieve leerstrategie in deze blog van Tine Hoof, Tim Surma en Paul Kirschner
[4] In deze studie werden zogenaamde pedagogical agents gebruikt. Niet ‘de echte’ leraar kwam in beeld, maar menselijke animaties die ondersteunende gebaren en een positieve gelaatsuitdrukking vertoonden.