Hoewel leerlingen uit zowel het basis- als het secundair onderwijs sinds 1 september weer voltijds naar school mogen gaan, overwegen een aantal secundaire scholen om toch nog Ć©Ć©n of andere vorm van deeltijds online/afstandsonderwijs in te richten. Sommigen gaan hier in hun derde graad reeds concreet mee aan de slag en laten hun leerlingen bijvoorbeeld iedere woensdag of zelfs gedurende Ć©Ć©n om de zes weken āthuisā. Redenen die hiervoor door de scholen zelf aangehaald worden gaan van het voordeel om je werk als leerling zelfstandig te leren plannen (De vraag hier is of leerlingen in staat zijn om zelf te plannen), over āvastgesteld enthousiasme bij leerlingen en lerarenā (Hoe werd dit vermeende enthousiasme gemeten? Is dit puur anekdotisch of wetenschappelijk bepaald?) en meer op maat van iedere leerling kunnen werken (Denkt men echt te kunnen bepalen wat de maat van iedere leerling is?).
Hoe scholen hun afstandsonderwijs gaan inrichten, kan natuurlijk verschillende gedaantes aannemen. Leerlingen kunnen live (synchroon) online lessen krijgen gevolgd door verwerkingsopdrachten of ze maken thuis zelfstandig taken die gebaseerd zijn op leerstof die behandeld werd tijdens fysiek contactonderwijs.
Het zou ons daarentegen niet verbazen moest het omgekeerde principe gehanteerd worden. De fase waarin de leraar traditioneel in de klas ālesgeeftā over nieuwe leerstof, vindt dan niet in de fysieke klascontext in aanwezigheid van de respectievelijke leraar en klasgenoten plaats. Het kan hierbij gaan om het doornemen van leerstof in een handboek[1], tot het bekijken van opgenomen (asynchrone) videoās of ingesproken presentaties (PowerpointĀ®, Google PresentatieĀ®, ā¦). Tijdens fysieke contactmomenten vinden dan zogenaamde hogere-orde leeractiviteiten (higher-level learning activities) plaats, zoals stellen/beantwoorden van vragen, reflecteren op het āgeleerdeā, groepswerk of het uitvoeren van opdrachten (Choi & Lee, 2018)[2]. We spreken dan van een flipped of inverted classroom aanpak. Paul Kirschner licht in een recente blog de oorsprong van het inverted classroom principe (en de soms wankele didactische uitgangspunten waarop de pioniers zich baseerden) helder toe (Engelstalig).
Maar werkt dat nu, flipping the classroom in het leerplichtonderwijs? Dat is precies wat Gang Zhu onderzocht in een recente overzichtsstudie (2021) waarin hij de effecten van 27 empirische onderzoeken analyseerde en waarbij de leeruitkomsten van ātraditioneel onderwijsā vergeleken werden met die van een flipped instruction (FI) aanpak.
Algemeen is er een gemiddeld sterk positief effect van FI op de leeruitkomsten vergeleken met traditionele instructie. De auteur vermeldt in Ć©Ć©n adem enkele bepalende factoren en contexten voor dit positief effect (factoren die eveneens maken dat er grote onderlinge verschillen zijn qua effectgrootte in de 27 onderzoeken):
āā¦ flipping the classroom ā¦ does have a certain amount of merit, if only because it has gotten teachers to think more thoroughly and deeply about the pedagogies that they useā¦ā
Met andere woorden, al haalt flipping niets uit ā qua leren ā als het goed wordt gedaan noodzaakt het omkeren van de les de leraar om zorgvuldig en diep na te denken over de gekozen didactiek. Het succes van FI zou dus zomaar eens te danken kunnen zijn aan de leraar die beter les geeft doordat die harder nadenkt over hoe die zijn leerlingen aan het denken zet.
Desalniettemin concludeert de auteur dat deze overzichtsstudie aantoont dat een weloverwogen implementatie van FI bij leerlingen in de hogere graden van het secundair onderwijs niet per definitie een slechte zaak hoeft te zijn. Wel zijn hieraan enkele randvoorwaarden verbonden, zowel op het niveau van leraren, leerlingen als de onderwijsinstelling, waarmee rekening dient gehouden te worden. In wat volgt sommen we er enkele op.
Bovenstaande tips en aandachtspunten veronderstellen natuurlijk dat aan een eerste vereiste voldaan werd. Namelijk dat leerlingen beschikken over de nodige praktische voorzieningen (studeerruimte, netwerk en toestellen) om het moment van online instructie Ć¼berhaupt (thuis) te kunnen laten plaatsvinden. Evenmin spreken we ons uit over de aangewezen verhouding tussen aantal dagen, uren, ā¦ per week dat leerlingen dienen te besteden aan initiĆ«le online instructie enerzijds en fysiek contactonderwijs anderzijds. Naast praktisch-technische randvoorwaarden spelen in deze keuze andere factoren, zoals de reeds aangehaalde mate van zelfregulatie, een rol.
Een wel doordacht vormgegeven flipped of inverted classroom kan dus een positief effect hebben op instructie van leraren en leren van leerlingen. Alleen al het feit dat er specifiek nagedacht wordt over welke aanpak het leren ten goede komt kan lonen. Maar ook de doelbewuste inzet van digitale multimedia kan een hefboom betekenen voor het inzetten van effectieve leerstrategieƫn. Voordat er aan de slag gegaan wordt, dient er echter goed overwogen te worden wat het doel is en een plan van aanpak opgesteld te worden. Dit alles gebaseerd op evidentie die bestaat over deze specifieke instructievorm Ʃn over hoe er effectief geleerd wordt in het algemeen. Als je dat niet doet, kan je beter niet aan FI beginnen.
[1] Flipping the classroom houdt dus niet noodzakelijk het gebruik van technologie in. Sommige bronnen (e.g. Kwan Lo & Hew, 2017) stellen echter dat het lezen van teksten niet beschouwd kan worden als een vervanger van klassikale instructie en dat het effectief dient te gaan over bijvoorbeeld het bekijken van een instructievideo.
[2] Belangrijk is hierbij op te merken, dat in de overzichtsstudie een vergelijking gemaakt werd tussen een flipped aanpak met een eerder passieve vorm (voor de leerlingen) van doceermomenten. Het is natuurlijk niet zo dat er tijdens effectieve, initiƫle instructie alleen maar lagere-orde denken plaatsvindt.
[3] Mate waarin je werkgeheugen belast wordt door het verwerken van nieuwe informatie. Belangrijk is dat de cognitieve belasting de (beperkte) beschikbare capaciteit van het werkgeheugen niet overschrijdt, dan vindt er immers geen leren plaats.
[4] Ondersteunende info of tips die een duwtje in de juiste richting zijn om leerlingen tot een oplossing of antwoord te laten komen.
Choi, J., & Lee, Y. (2018). To what extent does āflippingā make lessons effective in a multimedia production class?. Innovations in Education and teaching International, 55(1), 3-12. https://doi.org/10.1080/14703297.2015.1123105
Lo, C. K., & Hew, K. F. (2017). A critical review of fipped classroom challenges in K-12 education: Possible solutions and recommendations for future research. Research and Practice in Technology Enhanced Learning, 12(1), 1-22 https://doi.org/10.1186/s41039-016-0044-2
Kirschner, P, A. (2021). Flipping the Flipped Classroom: When Three Wrongs Made a Right. https://www.kirschnered.nl/2021/09/06/flipping-the-flipped-classroom-whā¦
Moffett, J. (2015). Twelve tips for āflippingā the classroom. Medical Teacher, 37(4), 331-336. https://doi.org/10.3109/0142159X.2014.943710
Zhu, G. (2021). Is flipping effective? A meta-analysis of the effect of flipped instruction on K-12 studentsā academic achievement. Educational Technology Research and Development, 69(2), 733-761. https://doi.org/10.1007/s11423-021-09983-6