Ga naar de hoofdinhoud

Leerachterstanden opsporen en wegwerken: korte pijn of lange adem?

27/08/2020
Kristel Vanhoyweghen Coördinator professionalisering

De Standaard kopte begin deze week met ‘Schooljaar begint met evaluatie alle leerlingen’. Raymonda Van Dyck (afgevaardigd bestuurder van het GO!-onderwijs) waarschuwde in het artikel dat grote groepen leerlingen leerachterstanden en emotionele problemen hebben opgelopen en dat leraren er rekening mee moeten houden dat er grote verschillen kunnen zijn op het vlak van kennis, vaardigheden en welbevinden. Vorige week zei Dirk Van Damme (onderwijsexpert bij de OESO) in De Morgen dat de gemiddelde leerachterstand wellicht niet zo enorm zal zijn, maar de spreiding ervan wel.

Inderdaad, de cognitieve verschillen (naast mogelijke, even belangrijke, socio-emotionele uitdagingen) stellen leraren voor een gigantische uitdaging: zij zullen in kaart moeten brengen welke leerlingen welke achterstanden hebben opgelopen en hier snel een antwoord op vinden.

Less is more

Een eerste cruciale vraag hierbij is of álle gemiste leerstof moet worden ingehaald. Neen, vindt Van Damme. ‘Less is more 
 We zullen met de kam door de in te halen leerstof moeten gaan en per vak beslissen wat echt essentieel is voor het verdere traject van de leerlingen.’ Dit betekent volgens Lieven Boeve (directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen) niet dat we vakken moet schrappen, maar dat we moeten terugplooien naar de essentie binnen de bestaande vakken, naar het hart van het curriculum met andere woorden. Dus geenszins het aantal vakken vernauwen want een goed uitgebalanceerd onderwijs geeft aandacht voor een brede vorming, van de kunsten tot de wetenschappen.

(Voor)kennis zorgt voor meer kennis

We weten uit veelvuldig onderzoek dat een ruime en brede voor- of achtergrondkennis helpt om nieuwe, en diepgaandere kennis te verwerven. Voorkennis vergemakkelijkt de interpretatie en codering van nieuwe informatie, leidt de aandacht van de leerlingen en maakt het ook mogelijk om nieuwe informatie te bundelen tot stukjes (chunks) die efficiënt kunnen worden opgeslagen, verwerkt en opgehaald (Simonsmeier, Flaig,  Deiglmayr, Schalk, & Schneider, 2018). Misvattingen en onvolledige correcte kennis in een domein kan dan weer leiden tot onjuiste conclusies die het verdere leren belemmeren. We kunnen dus pas starten met de nieuwe leerstof als de gemiste noodzakelijke (voor)kennis is ingehaald en/of bijgestuurd. Wil je meer lezen of horen over het belang van (voor)kennis, dan kan dit hier, hier en hier.

Nu we de cruciale positie van voorkennis hebben besproken, stelt zich de interessante vraag  wanneer die essentiële voorkennis moet worden opgespoord én ingehaald: meteen in september en/of gespreid over het hele schooljaar?

Een eenduidig en voor iedereen geldend pasklaar antwoord is hier niet te vinden. Veel hangt af van de spreiding van de verschillen tussen leerlingen binnen bepaalde klasgroepen. We formuleren voor beide uiterste keuzes enkele bedenkingen.

De ‘gouden weken’ 

Je kan er voor kiezen om alle leerachterstanden direct bij de aanvang van het nieuwe schooljaar te diagnosticeren via algemene toetsen, taken of andere screenings zoals persoonlijke gesprekken enz. De informatie die hieruit volgt wordt dan bijvoorbeeld besproken in extra klassenraden. Sommige onderwijsexperts zien deze opspoorfase het liefste gebeuren tijdens de eerste ‘gouden weken’ van het schooljaar (De Standaard).

Na die snelle track&trace zal veelal meteen worden overgegaan tot het bijspijkeren van de gedetecteerde achterstanden. Leraren zorgen dan als het ware dat hun leerlingen snel alle nodige (voor)kennis bezitten om vervolgens met de nieuwe leerstof te starten. Dit kan via extra instructie of oefeningen die leerlingen thuis verwerken, extra uitleg in niveaugroepen, individuele bijles of bijles in kleine groepen, individueel werk in de klas, enz.

Deze aanpak kent echter ook aandachtspunten. Zo moeten we er bijvoorbeeld rekening mee houden dat het niet vanzelfsprekend wordt om dit hele remediëringsproces te organiseren en leerlingen in te delen in niveaugroepen, anders dan de bestaande klasbubbels. Ook brengt dit hele proces bij het begin van het schooljaar de nodige druk met zich mee, voor leraren én leerlingen. Leraren moeten op korte tijd passende testen vinden die de kennis en vaardigheden van de leerlingen juist in kaart brengen, aangepaste didactische middelen ontwikkelen volgens de verschillende leernoden en deze begeleiding praktisch uitwerken en organiseren. Het risico bestaat dat men de start van het huidige curriculum met enkele dagen/weken moet uitstellen. Daarnaast moeten we er over waken dat leerlingen de eerste weken niet overladen worden met enkel testen, herhalen en remediëren.

Gespreide aanpak

Men kan ook kiezen voor een meer gespreide aanpak van ‘test-trace-act’. Geen verlengde van schooljaar 2019-2020, wel de start van schooljaar 2020-2021 met het nieuwe curriculum, en nog liefst met een hoofdstuk dat weinig of geen voorkennis vereist indien dat mogelijk is, zodat leerlingen gerustgesteld worden en zich competent kunnen voelen. De meeste onderdelen bouwen echter wel degelijk voort op voorkennis. De leraar kan dan tijdens die onderdelen/hoofdstukken ten gepasten tijde checken wat de leerlingen nog horen te weten om de lessen te kunnen volgen. Via extra uitleg of enkele oefeningen zal hij/zij dan dieper ingaan op de hiaten. In deze fase komt enkel die kennis aan bod die essentieel is om de nieuwe leerstof te kunnen begrijpen. In ons boek ‘Wijze Lessen’ spreken we over het activeren van relevante voorkennis. Gezien de huidige urgente onderwijssituatie wordt deze fase van ophalen, verwerken en eventueel opnieuw begrijpen van de relevante voorkennis nog belangrijker, en dus mag deze gerust net iets meer tijd in beslag nemen.

Met deze aanpak worden leerachterstanden ‘gefragmenteerd’ opgespoord en aangepakt, doorheen het hele schooljaar, wat zowel leraren als leerlingen meer ademruimte geeft de eerste weken van het nieuwe schooljaar. Snel starten met nieuwe leerstof kan ook motiverend zijn (zeker ook voor leerlingen die minder grote leerachterstanden hebben), stelt hen gerust en geeft hen vertrouwen in het nieuwe schooljaar.

Het regelmatig laten terugkomen en ophalen van (voor)kennis, de twee krachtigste leerstrategieën uit de cognitieve psychologie, zouden er tevens voor kunnen zorgen dat de gemiste leerstof beter geleerd en langer onthouden wordt (Dunlosky, Rawson, Marsch, Nathan & Willingham, 2013) en de combinatie van de twee strategieën maakt hun impact zelfs nog krachtiger (Nakata,Tada,Mc Lean & Kim,2020; Hopkins, Lyle, Hieb, & Ralston, 2015).  Deze kleinere ophaalmomenten hoeven geenszins te resulteren in punten of evaluaties. Ze kunnen perfect low-stakes en polsen louter naar de al dan niet aanwezige kennisonderdelen. Meer uitleg, voorbeelden en voordelen van low-stakes tests vind je hier en hier. Een mogelijk nadeel van deze gespreide aanpak is het risico dat de structurele aandacht voor het bijwerken van niet verworven voorkennis ondersneeuwt in business-as-usual. Daarnaast laat de onvoorspelbaarheid van het virus ons niet toe om een heel schooljaar vooruit te plannen.

Er zijn voor beide aanpakken vast nog meer voor- en/of nadelen te bedenken. Misschien is een combinatie van beide aanpakken nog wel het meest haalbaar? Snel opsporen wie er in de loop van de lockdown het meeste nadeel heeft ondervonden, en hen gedurende het hele schooljaar – op tijden dat de gemiste leerstof echt nodig is – extra ondersteuning bieden? Een snelle blik op de ochtendkrant van vandaag (De Tijd) vertelt ons dat elke school voor een eigen aanpak zal kiezen. Het laatste woord hierover is dus nog niet gezegd.

We wensen alle leraren alvast bijzonder veel energie en frisse moed om er weer met hart, ziel en de nodige ondersteuning tegenaan te gaan!

Bronnen
  • Dunlosky, J., Rawson, K. A., Marsh, E. J., Nathan, M. J., & Willingham, D. T. (2013). Improving students’ learning with effective learning techniques: Promising directions from cognitive and educational psychology. Psychological Science in the Public Interest, 14(1), 4–58. https://doi.org/10.1177/1529100612453266
  • Simonsmeier, B. A., Flaig, M., Deiglmayr, A., Schalk, L., and Schneider, M. (2018). Domain-specific prior knowledge and learning: A meta-Analysis. Research Synthesis 2018. Trier. Available online at: https://www.researchgate.net/publication/323358056_Domain-Specific_Prio

  • Nakata, T., Tada, S., Mclean, S., & Kim, Y.A. (2020). Effects of distributed retrieval practice over a semester: Cumulative tests as a way to facilitate second language vocabulary learning. TESOL Quarterly. Advance online publication, 1-23.
  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. A. (2019). Wijze lessen: Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel, Nederland: Ten Brink Uitgevers.
  • Hopkins, R., lyle, K., Hieb, J., & Ralston, P. (2015). Spaced retrieval practice increases college students’ short- and long-term retention of mathematics knowledge. Educational Psychology Review. 28. 10.1007/s10648-015-9349-8.

Verwante blogs